De winst van loslaten

“Ik kom als iedereen zit, mama.” Mijn jongste, Tara van 8 jaar oud, zit in haar vertrouwde hoekje van de bank, in haar pyjama, onder haar zachte, warme deken. Met koptelefoon op zit ze nog een filmpje te kijken op haar tablet. Ik heb inmiddels het avondeten op tafel gezet en probeer alle gezinsleden aan tafel te krijgen.

Tara komt altijd als laatste. Ze is officieel gediagnosticeerd met autismespectrumstoornis en ADHD, maar voor mij is ze overduidelijk PDA. Ze komt aan tafel om te eten, maar wel onder haar eigen voorwaarden. Vroeger werd ik vaak geïrriteerd van telkens dat weerwoord, dat ze nooit eens gewoon kon doen wat ik vroeg. Inmiddels weet ik dat ze de controle nodig heeft en zelf moet bepalen hoe en wanneer ze aan tafel komt.

Een konijn aan tafel

Binnen de beperkte grenzen die ik stel, wordt er aardig wat onderhandeld door haar. Als iedereen zit, roep ik nog een keer haar naam. Ze kijkt op, ziet dat er aan haar voorwaarden is voldaan en zet zonder problemen haar tablet uit. Ze huppelt op blote voeten naar tafel en springt op haar stoel. Wij vouwen allen onze handen om te bidden. Tara begint meteen met haar handen stukjes van haar gesneden vlees in haar mond te duwen. Ze bidt niet mee. Dat hoeft ook niet meer van ons.

Ik zeg er ook niets van dat ze al begint te eten en dat ze dit met haar handen doet. Ik laat het lekker gaan. Na het bidden beginnen we allemaal te eten en ik duw woordeloos een vork dichter naar Tara toe. Ze snapt de hint en eet verder met haar vork. Ondertussen zit ze geen seconde stil. Ze wiebelt, gaat zitten op knieën, draait zich half om, legt haar voet om mijn schoot, duikt opeens half onder de tafel zodat alleen haar achterwerk nog omhoog steekt. We laten het weer lekker gaan. Ze eet, aan tafel met het gezin, dat is het belangrijkste.

Na een paar minuten tikt Tara tegen mijn arm. Gebiedend wijst ze naar haar bord, zonder een woord te zeggen. Ze wiebelt en friemelt gewoon verder. Ik pak haar lepel, schep er hapje op en leg de lepel klaar voor haar. Tara pakt de lepel en eet. Dan tikt ze weer op mijn arm. Ieder hapje doen we zo samen. Intussen eet ik zelf ook rustig mijn eigen maaltijd en praat met de andere gezinsleden. De sfeer is gemoedelijk.

“Mama, ik ben een konijn!” zeg Tara dan opeens en begint prompt te piepen en haar handjes als pootjes voor zich te houden, zittend op haar knieën. Als ik weer een lepel klaar leg voor haar, piept ze harder en kijkt me aan. Konijntjes kunnen niet eten met een lepel. We zijn gewend aan dergelijke wendingen en ik schakel meteen. Ik pak de lepel en voer haar. Nog voor het laatste hapje springt ze van de stoel af en hupt, als een konijntje, naar haar hoek van de bank.

Ik roep haar na. “He konijntje! Bordje is nog niet leeg. Nog twee hapjes.” Tara piept en snuft, terwijl ze rond hupt. Dan komt ze naast mijn stoel zitten en kijkt omhoog. Ik pak de lepel en voer haar zo nog de laatste hapjes aardappel. “Zo, kijk wat een lekkere sla!” zeg ik, omdat konijntjes geen aardappelen eten. Tara fronst even en hapt niet. “Nee, mama, het zijn worteltjes. Konijntjes eten worteltjes, goed?” verbetert ze mij, omdat ze nu eenmaal controle over het script moet hebben. Ik knik en herhaal mijn zin, de sla vervangen door worteltjes.

Piepend eet Tara zo de laatste hapjes en wrijft dan haar hoofdje tegen mijn arm. Ik druk een kus op haar hoofd en tevreden hupt mijn konijntje weg, terwijl wij nog verder gaan met onze maaltijd. Voor ik zelf klaar ben met eten, komt ze nog twee keer een knuffel halen en zelfs papa krijgt nog een dikke konijnenknuffel. Het is een echte knuffelkont, die Tara van ons.

De winst van loslaten

Ik vraag me soms af wat een buitenstaander van deze scene zou vinden. Waarom vinden wij het goed dat ze niet meebidt? Dat ze niet op haar billen blijft zitten? Dat ze niet fatsoenlijk praat en dingen netjes vraagt? Dat ze niet zelf, ondanks haar acht jaar, met bestek eet? Dat ze van tafel mag wanneer ze wil, zelfs als ze nog niet klaar is met eten? Dat ze mag ‘spelen’ tijdens het eten en wij zelfs meedoen? Belachelijk. Verwend. Grenzeloos. Falende, softe ouders die alles maar goed vinden en alles laten gaan.

Misschien dat ik zelf ooit ook gedacht zou hebben, voordat Tara in ons leven kwam. In het begin hebben we ook geprobeerd om gangbare regels te hanteren. Dat ze normaal op haar stoel moest blijven zitten. Dat ze zelf moest eten met bestek, want ze was immers oud genoeg daarvoor. Dat ze normaal en fatsoenlijk praatte tegen ons en dat ze netjes zou blijven zitten tot we allemaal klaar waren. Echt, we hebben het geprobeerd. Wij waren eindeloos bezig met corrigeren, bijna iedere minuut.

Bestraffen had geen zin. Belonen had geen zin. Complimenteren en vleien had geen zin. Visualiseren en opdelen in stapjes had geen zin. En Tara ‘leerde’ er niets van. Iedere avond dezelfde discussies, oplopende irritaties en de halsstarrige weigering van haar om te doen wat wij van haar verlangden. Voet bij stuk houden en consequent zijn, waren tips die we kregen. Maar er is niemand die zo lang en zo goed voet bij stuk kan houden als Tara.

De avondmaaltijd werd een oorlog, een uitbarsting van negatieve emoties. Met alleen maar verliezers. En dan komt uiteindelijk de vraag: wat is er nu echt belangrijk? Wat wil ik bereiken? Moe gestreden liet ik het los. Schrapte al mijn verwachtingen en liet het gaan. Mijn beste beslissing ooit. Ja, de avondmaaltijd verloopt nu heel anders, maar we zijn allemaal ontspannen.

Er wordt gegeten in een gemoedelijke, positieve sfeer. Soms eet ze wel zelf met bestek. Soms praat ze mee aan tafel en blijft op haar billen zitten. Soms wordt ze gevoerd terwijl ze op mijn schoot zit. Ik buig mee, met wat de dag ons brengt, wat ze aankan op dat moment.

Aankunnen

Dat is een sleutelwoord geworden. Tara kan fysiek zelf eten met bestek, kan op haar stoel blijven zitten, kan netjes vragen in mooie volzinnen. Ze kan het allemaal en laat dit buitenshuis of in bijzijn van anderen ook regelmatig zien. Maar het kost veel energie, omdat ze tegelijkertijd ook nog tientallen prikkels, van buiten en van binnen, ongefilterd over zich heen gestort krijgt. En moet verwerken, moet ordenen, moet voelen. Een doorsnee dag kan een mentale marathon zijn.

Dus in de veiligheid van haar eigen huis, te midden van vertrouwde gezinsleden, laat zij het ook los. Al die dingen die ze heus wel kan, kan ze even niet meer opbrengen. Ze kan het niet aan. Om te voorkomen dat ze helemaal overweldigd wordt, wil ze meer controle, wil ze zich verstoppen in een rollenspel en wil ze vooral niet te veel moeten.

De opluchting dat dit ook mag van ons, is soms tastbaar. Nu ik dit snap en haar gedrag beter kan plaatsen, laten we veel los. Of het op de lange termijn de beste keuze is? Geen idee. Maar we hebben de negatieve en gespannen relatie met Tara weer kunnen ombuigen tot eentje vol liefde en gezelligheid. En er is nog nooit een kind slechter geworden van opgroeien in huis vol liefde. Dus laat het los, laat het gaan.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *